De eerste Duitse tekenen van de oorlog waren in Zelzate merkbaar op 12 oktober 1914. Op de hoek van de Leegstraat, Wachtebekestraat, aan het café “In het lammeke” en op de andere hoek het estaminet stopte rond 14u een Duitse verkenner-cyclist. Na observatie keerde hij terug naar het Kloosterbos.
Tijdens Wereldoorlog 1 waren in de Rijksmiddenschool (gebouwd in 1881) Duitse troepen gelegerd.
Zelzate werd beschouwd als een “Etappengebiet”. Een etappegebied is het gebied in de achterwaartse verbindingslijnen van een leger waar de voorraden bewaard worden en de verplegingsdienst zich bevindt.
Het oude gemeentehuis in de Groenstraat (nu Franz Wittoucklaan) werd gebouwd en in gebruik genomen in 1870. Op 8 oktober vergaderde koning Albert 1 hier met de legerleiding.
Koning Albert 1 volgde het landleger, dat op de vlucht geslagen was voor de Duitsers en zich verschool achter het kanaal Gent-Terneuzen. Hij kwam met zijn troepen aan op 8 oktober in Zelzate.
Ten tijde van de oorlog was dit het huis van de weduwe van Jules De Clercq aan de Oostkade. Het werd ingericht als een soldatenheim. De inrichting van het huis gebeurde op kosten van het gemeentebestuur. Vaak moest de gemeente leningen aangaan. Burgemeester Cesar De Clercq ging leningen aan bij de stad Gent, bij particulieren en bij het Gemeentekrediet.
Zelzate kende rond de eeuwwisseling verschillende mouterijen. Eén van de bekendste was deze van de familie De Clercq op de Westkade. Naast de mouterij stond een herenhuis waarin koning Albert 1 in de nacht van 8 op 9 oktober overnachtte.
Tijdens de oorlog was hier een afdeling van de CRB gevestigd. (Foto bron Sint Laurensklok jg 58, nr.2, 1985-1986).
De gevel heeft nog steeds dezelfde indeling als toen. De letters CRB staan voor Commission for Relief, een Amerikaans hulpcomité dat ervoor zorgde dat levensmiddelen in het land kwamen en verdeeld werden.
De brughuizen waren vroeger de woning van twee families brugwachters. Het huis werd gebouwd in 1910 door aannemer Victor Gouwy. Tot half de jaren zestig lag hier de brug die een verbinding vormde tussen de linker en rechter kanaaloever.
De eerste elektrisch aangedreven klapbrug kwam er in 1911.
Het gebouw in de Havenlaan was een ondergeschikte Grenzkommandantur. De woning was oorspronkelijk eigendom van de familie Tijdgadt. Vanuit dit gebouw volgde de Duitsers de controle op alle domeinen van het dagelijkse leven op de voet : handel en ambacht, grondstoffen en voedselvoorraden, paarden en reisduiven, persoonlijke bewegingsvrijheid, enz.
Dit terrein was vroeger de grenspost langs de weg naar Nederland, Sas van Gent. De grenspost kreeg de naam “De Stuiver”. Het was een verwijzing naar de herberg “De letste Stuyver” die hier eind zeventiende, begin achttiende eeuw was gevestigd. Reizigers verteerden hier hun laatste vreemd geld. De Stuiver is verdwenen in het nieuwe kanaaltracé van de jaren zestig.
Karel was geboren en getogen in Zelzate. Door zijn job als douanier zat hij in de ideale positie om brieven door de draadversperringen met Nederland te smokkelen en ze zo aan de Geallieerden te bezorgen.
Karel schreef op de vooravond van zijn terechtstelling brieven aan zijn moeder en zuster.
Naast het oorlogsmonument op de Grote Markt is er ook nog een grafmonument terug te vinden op het kerkhof. Hier staan de namen op van burgerslachtoffers die vielen tijdens WO1. Het graf ligt op plaats E 298.
Opvallend is dat op dit monument de foto van Karel Waegenaer is aangebracht. Er staan ook namen van burgerslachtoffers op die niet op het monument op de Grote Markt zijn vermeld.
Deze gevel is een voormalig kasteel. In 1851 werd hier het kasteel van Bruno van de Wattijne gebouwd. Deze was notaris en kwam zich in Zelzate vestigen. Bruno had tien kinderen en nood aan een ruime huisvesting. Hij stierf echter voor de nieuwbouw en zijn kinderen verkochten grond, kasteel en land op 27/10/1864 aan de Eerwaarde zusters. Zij trokken in de woning in 1865 en het gebouwencomplex groeide uit. In juni 2009 verlieten de laaste zusters van de Heilige Vincentius a Paulo hun klooster.